Ons onderwijs

Typisch basisschool De Plataan

Ons onderwijs

Natuurlijk doen we er op basisschool De Plataan alles aan om uw kind het best mogelijke onderwijs te geven. Hier leest u hoe wij op onze unieke wijze handen en voeten geven aan deze doelstelling.

Katholieke daltonschool De Plataan is een daltonschool voor kinderen van 4 t/m 12 jaar. We zijn gevestigd in Cultureel Centrum De Plataan en werken nauw samen met de andere organisaties binnen het centrum, zoals de  kinderopvang, de bibliotheek, de speel-o-theek, Scala centrum voor kunsten en het Drenthe College. We zijn een daltonschool waarbij de 5 kernwaarden vrijheid en verantwoordelijkheid, zelfstandigheid, samenwerken, doelgerichtheid en reflectie centraal staan. We nemen elk kind serieus en kijken nauwgezet wat het nodig heeft om te leren en te ontwikkelen op cognitief, sociaal en persoonlijk gebied.


Wij vinden het belangrijk dat er een goede sfeer heerst tussen de leerkrachten en de kinderen, tussen de kinderen onderling en tussen de leerkrachten onderling. Een goed pedagogisch klimaat biedt de kinderen mogelijkheden om positieve (leer)ervaringen op te doen. Begrippen als sfeer, structuur, warmte, veiligheid, geborgenheid, acceptatie, respect en vertrouwen waarderen wij als zeer positief. Daarnaast is het respect voor het kind als mens zichtbaar en voelbaar in onze school. Het kind is in staat tot het dragen van verantwoordelijkheid voor zijn eigen ontwikkeling en wordt serieus genomen. Het pedagogisch klimaat in onze school beperkt zich dan ook niet alleen tot de relatie leerkracht-leerling. Het heeft ook te maken met de wijze waarop wij als team (leerkrachten, directeur, conciërge) met elkaar omgaan en ons gezamenlijk verantwoordelijk voelen voor het wel en wee van onze kinderen, het schoolgebouw en de schoolomgeving. Plezier, zelfvertrouwen, een positieve werkhouding, hulpvaardigheid, concentratie, creativiteit en saamhorigheid zijn onze graadmeters om te kijken of we op de goede weg zijn.

Pesten
Met elkaar, kinderen, leerkrachten en ouders willen wij er zorgen dat het prettig is om op De Plataan te zijn. Pesten willen wij zoveel mogelijk vóór zijn. Daarom gebruiken we Kwink als methode voor sociaal-emotionele ontwikkeling. Hiermee werken we aan de ontwikkeling van kinderen op sociaal gebied en creëren we met elkaar een veilige en positieve sfeer op school. Mocht zich toch een pestprobleem voordoen, dan hebben we een adequaat pestprotocol. Dit protocol is voor leerkrachten, kinderen en (hulp)ouders die te maken hebben met pestproblematiek op school. In geval van pestgedrag is Ilse Fieten, de intern begeleider, het aanspreekpunt. Zij is verantwoordelijk voor de coördinatie van de aanpak tegen pesten.


Wanneer een leerling werkt met aangepaste doelen en een specifiek onderwijsaanbod voor één of meerdere vakken maken we voor deze leerling een eigen leerlijn. Het kan zijn dat een leerling het eindniveau van de basisschool niet haalt; dan stellen we een aangepast programma op, zodat er aansluiting is bij het vervolgonderwijs, waarvan we verwachten dat de betreffende leerling na de basisschool zal instromen. De school stelt hierbij samen met de orthopedagoog/trajectbegeleider van Catent en de ouders een ontwikkelingsperspectief op. Hierin staat de specifieke begeleiding op school, de verwachte leeropbrengst en het te verwachten uitstroomresultaat van deze leerling. Leerlingen die hoogintelligent of hoogbegaafd zijn en daardoor juist meer uitdaging nodig hebben, krijgen een eigen programma. Als de leerkracht vermoedt dat een kind hoogbegaafd is, meldt zij dit bij de intern begeleider. Vervolgens wordt aan de hand van een screening bepaald of het kind inderdaad aan de kenmerken voldoet en of de voorwaarden aanwezig zijn om het een extra programma aan te bieden. Waar mogelijk worden deze leerlingen zoveel mogelijk geclusterd, zodat ze zich niet verloren voelen. Bovendien kunnen ze elkaar helpen, wat hun communicatieve en sociale vaardigheden traint. In groep 1-2 krijgen de kinderen naast het bestaande programma andersoortige opdrachten. In groep 3 t/m 8 wordt gekeken wat deze kinderen van het bestaande programma wel of niet hoeven te doen en hoeveel ruimte er zo ontstaat voor verrijkend materiaal. Soms krijgt een kind de gelegenheid om voor een bepaald vakgebied mee te werken in een hogere jaargroep, soms kan een leerling versneld doorstromen naar de volgende groep. Deze leerlingen krijgen een eigen weektaak, waarin dit programma opgenomen is, zodat ze precies weten wat er elke week van hen verwacht wordt. Ook voor deze leerlingen kan een ontwikkelingsperspectief worden opgesteld. In sommige situaties kan er een behoefte liggen op medisch vlak. Hierbij volgen we het beleid binnen Catent en verwijzen we naar het reglement “Verstrekking medicijnen-verrichten medische handelingen”.


Effectiviteit, Verantwoordelijkheid, Zelfstandigheid, Samenwerken en Reflectie zijn de kernwaarden die voortkomen uit onze visie. Deze waarden geven richting aan datgene wat wij voor onze leerlingen goed en waardevol vinden en wat, in onze ogen, een kind de basis geeft om te kunnen groeien. Deze vijf kernwaarden vormen de basis van ons portfolio.

Het portfolio maakt de ontwikkeling van leerlingen zichtbaar verdeeld in 4 hoofdstukken; Dit ben ik. Dit kan ik. Dit vind ik. Dit wil ik. In deze hoofdtukken komen de Daltonkernwaarden telkens terug.

Doordat de leerling zelf kiest welke werkjes toegevoegd worden op basis van behaalde doelen en waar hij zelf trots op is, wordt het eigenaar van het eigen leerproces. De leerkracht volgt samen met de leerling het leerproces. Het samenwerken en zelfstandig werken biedt de leerling de mogelijkheid zelf keuzes te maken. Het kind is eigenaar van het portfolio en zal leren verwoorden wat het heeft geleerd. Leerlingen zijn mede daarom aanwezig tijdens ouder/kind gesprekken waarin de ontwikkeling van het kind centraal staat.


Twee keer per schooljaar ontvangen leerlingen en ouders een rapport waarin de school een weergave geeft van de vorderingen. Hierin staan per vakgebied de resultaten weergegeven op basis van toetsen en observaties. Dit rapport wordt besproken met kind en ouders en toegevoegd in het portfolio bij het hoofdstuk “Dit kan ik.” Het vormt hierdoor een onderdeel van het porfolio.


Wij vinden het belangrijk dat kinderen zich verantwoordelijk voelen voor hetgeen ze leren en dit (met trots) kunnen verwoorden. Daarom voeren we gesprekken over de ontwikkeling van leerlingen altijd met het kind erbij.  In totaal zijn er in een schooljaar 4 gespreksrondes met ieder een eigen accent.
1. Startgesprekken; hierin staat de start van het schooljaar centraal, kennismaken en verwachtingen uitspreken.
2. Ouder/kindgesprekken; deze gesprekken zijn in november en zijn facultatief, de voortgang van de ontwikkeling staat centraal.
3. Portfoliogesprekken; de ontwikkeling wordt besproken d.m.v. het portfolio, het rapport is hier onderdeel van.
4. Portfoliogesprekken; het portfolio wordt voor de tweede keer besproken incl. het tweede rapport.

In groep 8 worden er in februari verwijsgesprekken gevoerd betreft het voortgezet onderwijs.


Betrokkenheid van leerlingen vinden we belangrijk, dat werkt motiverend. We geven kinderen graag een stem. Daarom hebben we een leerlingenraad.
De leerlingenraad komt eens in de 6-8 weken bij elkaar om met de directeur te overleggen over schoolse zaken. Hierbij kan er gedacht worden aan regels, materiaal, schoolinrichting, activiteiten etc.
De leerlingenraad bestaat uit:
2 leerling uit groep 3 en 4
2 leerlingen uit groep 5 en 6
1 leerling uit groep 7
2 leerlingen uit groep 8

De leerlingen uit de leerlingenraad bespreken in hun eigen groep wensen/ideeën en nemen die mee naar de vergadering met de directeur. Na elke vergadering vertelt de leerlingenraad aan zijn/haar eigen klas hetgeen er is besproken en afgesproken is.


Het meten van de kwaliteit van onderwijs is een lastige aangelegenheid. Dit komt doordat maar een beperkt aantal criteria echt meetbaar is. Daarmee komt niet de totale kwaliteit van het onderwijs in beeld. Eigenlijk zou ook het succes in het voortgezet onderwijs en in het verdere leven, vooral op sociaal-emotioneel gebied, meegenomen moeten worden in de kwaliteitsbepaling. Met deze beperkingen in het achterhoofd is gekozen voor een aantal instrumenten om de kwaliteit te monitoren, namelijk het leerlingvolgsysteem, de Centrale eindtoets en het volgen van de uitstroom van onze leerlingen. Ook onderzoeken we het leerkracht-handelen in de klas (bv. instructie, planning) door middel van klassenbezoeken. Belangrijke factor in het werken aan kwaliteit is onderzoek doen. Door in de klas, in een bouw of op schoolniveau onderzoek te doen naar de onderwijspraktijk wordt nadrukkelijk gekeken naar het effect van het onderwijs. In de klas is dat heel klein: de leerkracht kijkt of ze haar lesdoel bereikt heeft en waardoor dat komt. Hierdoor kan ze de dag of de week erna haar lessen/haar handelen wijzigen, als dat nodig is. In een bouw kan er onderzocht worden wat in meerdere groepen het beste werkt; leerkrachten van een aantal groepen werken dan samen en leggen hun onderwijspraktijk naast elkaar. Op schoolniveau wordt er bijvoorbeeld aan de hand van de trendanalyses onderzocht hoe de onderwijskwaliteit zich ontwikkelt. Op bestuursniveau worden audits gedaan op de scholen. Een andere belangrijke factor in kwaliteitsverbetering is professionalisering van de leerkrachten. Dit schooljaar gaat het team verder met zich bekwamen op het gebied van Dalton en Begrijpend lezen. Daarnaast volgen leerkrachten op individueel niveau scholing gericht op hun eigen professionele ontwikkeling. Ook door het opleiden van nieuwe leerkrachten vindt een kwaliteitsimpuls plaats.


Basisscholen moeten aan de Onderwijsinspectie kunnen tonen wat hun resultaten zijn. Een van de manieren waarop dit gebeurt, is het afnemen van de Centrale Eindtoets in groep 8. Van de scores die de individuele leerlingen behalen bij de eindtoets wordt het gemiddelde bepaald. De gemiddelde eindscore moet boven een door de Onderwijsinspectie bepaalde ondergrens liggen, zodat de gemiddelde score voldoende is. De gemiddelde score op de eindtoets in 2019 was 86. Daarmee voldoen we ruim aan de norm die de inspectie aan onze school stelt.

Eindresultaten van de afgelopen drie jaar:

2017: Ruim voldoende
2018: Onvoldoende
2019: Ruim voldoende


We vinden het belangrijk dat ieder kind naar de bij hem/haar passende vorm van voortgezet onderwijs gaat. Dit heeft ons als school in de afgelopen jaren een goede naam opgeleverd in Meppel en omstreken. De uitstroomgegevens van de afgelopen jaren laten zien dat de bestemming van de leerlingen die onze school verlaten varieert van Vmbo (basis) tot gymnasium. Hieronder vindt u de uitstroomgegevens van de afgelopen drie jaar:

2017 2018 2019
Vmbo (basis / kader) 2
Vmbo (theoretische leerweg) 9 2 1
Theoretische leerweg/havo 2 1
Havo 4 1 4
Havo/vwo
Vwo 3 2 5
Totaal 9 7 20

 

Belangrijk bij het kijken naar het voortgezet onderwijs is of de leerlingen na een jaar of een aantal jaren ook nog op het uitstroomniveau zitten dat onze school geadviseerd heeft. Uit de terugkoppeling van de middelbare scholen blijkt dat alle leerlingen met een vmbo-k/tl, vmbo-tl, Havo-, havo/vwo- en vwo-advies na 3 jaar nog steeds op het adviesniveau zitten. Alleen bij de leerlingen met een vmbo-k-advies zit na 3 jaar 50% van de leerlingen op vmbo-b-niveau. Bij leerlingen waarbij een dubbeladvies vmbo-tl/havo is gegeven, zit na 3 jaar 71% op vmbo-tl-niveau en 29% op havo-niveau.


Onze school kent twee soorten vieringen: themavieringen en schoolfamilievieringen. Themavieringen vinden plaats in de theaterzaal en worden telkens bedacht en ingevuld door één groep. Schoolfamilievieringen zijn vieringen in de Stephanuskerk. Deze worden samen met de pastor vooraf voorbereid. Hierin speelt telkens een groep een grotere rol (teksten lezen, een activiteit of samen zingen). We houden deze vieringen op 5 momenten in het jaar. De exacte data van alle vieringen kunt u vinden in de informatiekalender.


Thematiseren betekent eigenlijk: ‘Het laten groeien en opbouwen van een ‘stroom’ van betekenisvolle activiteiten voor leerlingen, rond een inspirerend thema, aangestuurd door de vragen en inbreng van leerlingen.’ De lesactiviteiten tijdens de themaweken ontwerpt het team van Kbs De Plataan zelf, we laten de methodes van wereld oriëntatie los en stellen op basis van didactische en Dalton doelen lesactiviteiten samen. Per schooljaar werken we 2x 10 weken aan een schoolbreed thema met alle groepen. De onderbouw werkt naast deze schoolbrede thema’s met aansluitende thema’s.


We werken met veel verschillende partijen effectief samen zoals de Gemeente, het voortgezet onderwijs en hoger onderwijs. Een paar partijen willen we specifiek benoemen, omdat ze direct in relatie staan met het gebouw waarin we gehuisvest zijn.

Kinderopvang Meppel
KBS De Plataan biedt onderwijs en KOO Meppel voor- en naschoolse opvang, dagopvang voor 0-4 jarigen en de peuterspeelzaal. Meer informatie over de kinderopvangorganisatie KOO kunt u lezen op. https://koomeppel.nl/locaties/de-plataan/

Scala, Centrum voor de kunsten
Op het gebied van cultuureducatie werken we samen met Scala Centrum voor de kunsten. Via de cultuurgelden worden er in de school workshops in een doorgaande lijn aangeboden die met cultuur, muziek en theater te maken hebben.

Bibliotheek Meppel

Goed leesonderwijs is bij ons prioriteit, bij het goed leren lezen is motivatie erg belangrijk. Om kinderen te motiveren is uitdagend en mooi materiaal nodig. Daarom werken we samen met de Bibliotheek in Meppel. De bibliotheek is in hetzelfde gebouw gehuisvest, daarom kunnen we elke maandag met alle kinderen op bezoek om nieuwe boeken uit te kiezen.

Cultureel Centrum De Plataan
Bovenstaande organisaties zijn gehuisvest in het cultureel centrum waar ook Kbs De Plataan onderdeel van is.
Het dagelijks beheer van het cultureel centrum ligt in handen van stichting cultureel centrum. Zij zijn verantwoordelijk voor de exploitatie. In het cultureel centrum is een theaterzaal waar we met de school vieringen kunnen vormgeven. Teven is er een balletzaal waar we het bewegingsonderwijs voor de kleuters kunnen aanbieden.